“Dit jaar doe ik mee. Ik weet het zeker. Ik ga het proberen. Niets houdt me tegen.”
“Zeker weten?”
“Ja! Het gaat niet zoals de keren daarvoor. Ik keek naar mijn scherm, maar er kwam niks.
Geen idee. Geen hint. Geen niks. He-le-maal niks!”
Ken je het gevoel? Zittend voor je laptop en er komen geen woorden in je op?
Het personage waarover je wilt schrijven krijgt geen gezicht? Sommige mensen noemen het een writer’s block en anderen noemen het angst.
Welk label je ook op jezelf wilt plakken: het gevoel van falen gaat niet ineens over. De kans dat je verder in de put raakt is misschien wel groter.
Wat moet je dan? Niet de druk opvoeren van het “moeten” schrijven
- Schrijf voor jezelf
- Schrijf door en stop niet om terug te lezen
Je mag jezelf realiseren dat niets in één keer goed gaat. Het is oké als je fouten maakt. Of het niet meer weet hoe je verder moet.
Schrijven van een verhaal heeft tijd nodig om wortel te schieten en te groeien.
Negatieve gedachten zorgen voor een daling van de inspiratie en het plezier in het schrijven. Terwijl schrijven leuk mag zijn!
Ga morgen (als je tijd hebt!) gewoon lekker beginnen zonder een streefgetal van het aantal woorden vast te stellen. Wat kan jou het schelen als je de eerste dag niet verder komt dan 500 woorden? De wereld vergaat niet. Je hebt een aantal woorden geschreven dat weer inspireert tot de volgende 500.
Hou een schriftje met een pen in de buurt, zodat, als je een ingeving krijgt, deze op kunt schrijven om later te verwerken in je verhaal. Of schrijf jouw ideeën in een notebook op je mobiel.